MONDMASKERS EN DE OVERHYGIENE

Ruim 8 maanden wordt onze maatschappij onderworpen aan strikte hygiënische regels. Vanuit de gezondheidszorg pogen we al jaren te sensibiliseren om af te stappen van overhygiënische maatregelen vermits onderzoek aantoont dat deze een nefaste invloed hebben op onze immuniteit (7,8,9,10,11). Fysiologisch hebben we nood aan contact met pathogenen om het adaptieve immuunsysteem actief te houden. Sinds enkele weken werd nu ook de mondmaskerplicht ingevoerd. We dreigen af te glijden naar mogelijks een grotere vatbaarheid voor allerlei pathogenen. De collaterale schade aan toenames van allergieën, myocardiopathieën en hogere vatbaarheid voor influenza en coronastammen dreigt meer schade te berokkenen. In het najaar zal influenza opnieuw opduiken (in combinatie met Sars-Cov-2) en een mogelijke afname van natuurlijke weerbaarheid zou tot nog meer slachtoffers kunnen leiden. Onderzoek toont aan dat lage-en middeninkomenslanden waar hygiënische normen precair zijn ook minder mortaliteit kennen voor Sars-Cov-2. Kruisimmuniteit blijkt dus bij te dragen tot weerbaarheid (21).

Met onze aanpak valt dan ook een hogere oversterfte te verwachten in het najaar. Groepsimmuniteit lijkt moeilijk te verwerven, echter onze T-cellen zijn in staat als ‘herkenners’ ons te wapenen, dan wel op voorwaarde dat we er mogen mee in contact komen.

De huidige aanpak zou er kunnen toe bijdragen dat we onszelf als maatschappij vastzetten in lockdowns en extra maatregelen om ‘controle’ te behouden. Een vicieuze cirkel waar we nooit meer dreigen uit te komen. Wat is de hier de logica achter?